Tijd om echt te leven

Is de wereld te groot geworden? Soms denk ik dat weleens. Iedereen woont en werkt kilometers van elkaar vandaan, we zijn allemaal druk en hebben in onze vrije tijd geen tijd om elkaar op te zoeken.

Omdat ik stamboomonderzoek doe, weet ik een beetje hoe dat vroeger was. Toen bleef je vaak je hele leven in hetzelfde dorp wonen, uitzonderingen daargelaten uiteraard. Je trouwde met iemand uit het dorp of uit een dorpje iets verderop. Je werk was in het dorp, je familie dichtbij. Misschien romantiseer ik het en dat zal ook best. Ik weet dat vooral mijn moeder en mijn ‘beroemde’ tante Hannie minder positief dachten over die sociale controle. Het feit dat iedereen die je kent vlakbij woont en iedere stap die je zet wel door iemand gesignaleerd wordt, heeft niet alleen maar voordelen. Er werd veel meer geroddeld. Bovendien was het leven hard. Armoede en ziektes sloegen wild om zich heen. Maar je had je geliefden dichtbij.

Nu zijn je buren anoniem, je naaste familie woont zomaar een heel eind weg, om naar je werk te gaan heb je vaak een auto nodig. De wereld is een ratrace geworden. We moeten vooral veel. Werken, een carrière, een mooi huis met dito auto. We moeten gezond eten, aan het milieu denken, afval scheiden, op vakantie, sporten. Mantelzorg hoort er ook zomaar bij en vrijwilligerswerk, dat moet ook. Moet moet moet… Als je kinderen hebt, dan komen er nog wat extra taken bij, behalve de opvoeding. Bewust bezig zijn met schermtijd, je kind op iedere stap van de weg begeleiden, je kunt ze niet meer zomaar wat aan laten klooien zoals vroeger, of eigenlijk kan dat prima, maar dan word je al snel aangepraat dat je ze min of meer verwaarloost. Je moet helpen op school, op de sportclub van kind 1 verwachten ze dat je kantinediensten draait, op de vereniging van kind 2 word je zomaar ingeroosterd om kinderen naar wedstrijden te rijden. En dan is daar nog me-time… Je snapt dan wel dat je dat speciaal moet inroosteren, anders komt er wel weer één of ander klusje bij en schiet je er zelf wéér bij in.

Ik verlang steeds vaker naar een simpeler leven. Naar meer kunnen doen wat ik wil, minder opgelegd en gedwongen. Niet je bed uit vliegen als de wekker gaat en een lijst klusjes afwerken die reikt tot aan bedtijd. En eigenlijk mag ik helemaal niet klagen. Ik heb het goed, maar toch altijd het gevoel dat er te weinig tijd is. Voor mij. Tijd om te mijmeren, tijd om de dingen van alledag op je in te laten werken, tijd die nodig is om te groeien. Het hele leven lijkt wel één grote afleiding. Een vooropgezet plan om ons af te houden van de reden waarom we hier zijn in dit leven: om te zijn, om als ziel te groeien. Om naar jezelf en elkaar te luisteren en te kijken. Om te genieten van de stilte. Van de liefde. Van een zaadje dat een plantje wordt. Van een vogeltje dat in de tuin rondhupst. Tijd om je naasten bij te staan. Om iemand te omarmen die dat even nodig heeft. Tijd om écht te leven.

(Visited 40 times, 1 visits today)

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *