De krant plaatste een oproepje om je herinneringen uit de coronatijd, die vijf jaar geleden begon, te delen. Dat heb ik gedaan. Afgelopen weekend stond het artikel in de krant en het was precies zoals ik al verwachtte, een artikel vol met, aan de ene kant, weemoed naar die heerlijk rustige, bijzondere tijd en aan de andere kant de angst voor leed, ziekte en dood. Eigenlijk dus hetzelfde wat we al vijf jaar horen. Niks kritisch. Niks over mensen als ik, die na moesten denken over de plek waar ze verbleven. Ik woonde officieel op een ander adres, in een ander dorp dan waar ik verbleef bijvoorbeeld. Ik heb erover na moeten denken wat ik zou doen als je de deur niet zomaar meer uit zou mogen. Bleef ik dan bij mijn man of zou ik teruggaan naar mijn officiële adres, waar mijn jongste dochter nog woonde? En als ik bij mijn man bleef, zou dat problemen geven als ik vanuit dat dorp naar mijn werk, in weer een ander dorp, reed? Want als ik op die route zou worden aangehouden, hoe verklaarde ik dan wat ik daar deed?
Van die dingen. Hieronder de bijdrage die ik aan de krant stuurde.
Vijf jaar geleden is het alweer, dat de gekkigheid begon. De eerste lockdown, de mondkapjes waarvan direct door Jaap van Dissel werd gezegd dat ze niet werkten, maar die later toch geadviseerd werden en een half jaar later verplicht. Het was voor mij de druppel. Met een mondkapje in een winkel, terwijl door de overheid, tijdens de persconferenties, duidelijk gezegd was dat het niet werkte en toch liep iedereen ermee rond. Doodsbang gemaakt. Ik deed er niet aan mee. Die eerste keer naar de supermarkt nadat de verplichting was ingegaan, ik was zenuwachtig, had hoofdpijn van de stress, maar ik zette door: ik weigerde een mondkapje op te zetten. Ik werd er niet op aangesproken en zo werd het iedere keer ietsje makkelijker. Een paar keer werd ik ernaar gevraagd en dan liet ik de vrijstelling zien die je gewoon kon downloaden op internet. Ach, als dat de joker is in het spel dat gespeeld wordt, dan spelen we het op die manier.
Ik vertaalde een artikel over de nadelen van mondkapjes uit het Engels naar het Nederlands en werd toen benaderd door Karel Beckman, tegenwoordig hoofdredacteur van De Andere Krant. Hij had AdemVrij.nu (nationaal comité tegen verplichte mondkapjes) opgericht en vroeg me bij de redactie te komen. Wekelijks vergaderen via Teams met een groep gelijkgestemden die zich door het hele land bevond, en soms kwamen we bij elkaar, op een locatie die lak had aan de regels en zo zaten we heup aan heup aan lange tafels terwijl dat officieel allemaal verboden was. Met een groep van AdemVrij deed ik mee aan een anti-coronamaatregelendemonstratie, samen waren we sterker. We konden bij elkaar terecht met onze zorgen, sterkten en adviseerden elkaar.
Op de dagen dat ik thuis werkte, wandelde ik ‘s morgens een rondje door de buurt en raapte rondslingerende mondkapjes op. Honderden heb ik er verzameld en in de prullenbak gegooid. De gebruikers gooiden ze van zich af en ik die ze niet droeg, ruimde ze op. Het vermaledijde mondkapje.
In mei 2021 trouwde mijn dochter. De weken ervoor hielden we de berichten in de gaten. Naar de persconferenties keek ik na die eerste keer niet meer, ik kon de koppen van Rutte en De Jonge niet meer zien. Het is vooral aan die laatste te wijten dat mensen die erin staan zoals ik niet serieus genomen werden, we zijn geschoffeerd en in een hoek getrapt, ons is verweten dat we deel van het probleem waren, dat de lockdowns door ons langer duurden of nodig waren, we zouden geen recht op een IC bed hebben en moesten maar bij elkaar gedreven worden op een eiland. Helaas waren nog niet alle maatregelen afgeschaald, maar de bruiloft ging door. We mochten het niet binnen vieren, en zo kwam het dat we buiten zaten te dineren, onder partytenten, bij 12 graden. Om 20.00 uur moest het feest voorbij zijn, zo waren de regels. Zo jammer van zo’n mooie dag. Al heeft het de herinneringen gelukkig niet bezoedeld.
Ik werd vijftig midden in een lockdown. Ik had in de jaren ervoor wel nagedacht of ik een feestje zou willen. Uiteindelijk kreeg ik het mooiste feest dat ik had kunnen bedenken. Er was een lockdown, de avondklok gold en je mocht maximaal vier mensen op bezoek hebben in die tijd. Al mijn geliefden waren er die dag, van iedereen kreeg ik gewoon een knuffel, niks anderhalve meter en niks bezoekbeperking, we hadden een kamer vol visite. Toen iedereen bijtijds weer weg was, heb ik gehuild van geluk. Dit was het mooiste kado wat ik in die tijd had kunnen krijgen.
De prikken kwamen en zo ook de QR code en de plannen om ongeprikten te weren uit allerlei gelegenheden. Wij lieten ons niet prikken, dat hadden we in een heel vroeg stadium al besloten, en ook testen weigerden we. En dus werd het leven soberder. Plannen zoemden rond om ongeprikten te mogen weigeren op kantoren, te kunnen ontslaan, te weren uit de winkels. Dan ga je denken en zoeken naar mogelijkheden, om voorbereid te zijn voor als… We plaatsten in de plaatselijke krant een oproepje om gelijkgestemden te vinden. We werden nog benaderd door de gemeente, die dacht dat we oudere mensen naar priklocaties wilden brengen, nou nee, dat zeker niet! De gelijkgestemden vonden we. Een dorp verderop kwamen (en komen!) iedere vrijdagavond gelijkgestemden bij elkaar en in zo’n situatie groeit zo’n groep heel snel naar elkaar toe. Hechte vriendschappen werden het, en die bestaan nog steeds. We weten wat we aan elkaar hebben en dat we er voor elkaar zijn als het erop aankomt.
De coronatijd heeft dus mooie, maar zeker ook minder mooie dingen opgeleverd. Het feit dat een deel van je omgeving zich zo makkelijk tegen je keert en het ‘net goed’ vindt dat je niet naar een restaurant, sportclub of bioscoop mag, is regelrecht beangstigend. Het heeft vriendschappen gekost, maar ook opgeleverd. De polarisatie die onze overheid heeft aangewakkerd en die tot op de dag van vandaag nog steeds doorgaat, is zorgwekkend. Nog steeds kun je nauwelijks echt uitkomen voor je standpunten van destijds, en de gevolgen ervan, zoals de oversterfte die nog steeds niet goed onderzocht is. Over de vaccinaties kun je geen kritisch woord zeggen zonder dat je voor ‘wappie’ wordt uitgemaakt. Inmiddels heeft de polarisatie zich verplaatst naar onderwerpen als Oekraïne/Rusland, Israël/Hamas en niet te vergeten de CO2 uitstoot en andere klimaatonzin. Nog steeds wordt maar één kant van ‘de wetenschap’ erkend en de andere kant belachelijk gemaakt. Ik vrees dat we er nooit meer echt uitkomen en dat Rutte helaas gelijk had, dat we nooit meer terugkeren naar de tijd van voor corona.
Top verwoord!