Een collega van mij gaat met haar dochter deze zomer naar Parijs en vroeg mij of ik wat tips had. Ik ben er best vaak geweest, alhoewel meestal op doorreis. In een vorig leven ging ik jarenlang op vakantie naar Zuid-Frankrijk, altijd met de TGV en altijd met een dagje Parijs. Ik ben er ook een aantal keren wat langer geweest, een paar dagen. De bekende bezienswaardigheden zocht ik nooit zo op, maar er is zoveel leuks te zien in Parijs. Vandaar dus wat tips.
Mijn favoriete plek in Parijs is Place des Vosges. Een vierkant park met fonteinen en bankjes onder bomen. Het is er altijd zo vredig, kinderen die spelen, jongeren die bij een fontein in het gras zitten, pingelend op een gitaar. Verliefde stelletjes in het gras, de één met zijn hoofd op de buik van de ander. Dat is het sfeertje. Je komt er door uit te stappen bij halte ‘Chemin Vert’, aan de paarse metrolijn 8.
Het museum Carnavalet. Ik ben geen museummens, kunst boeit me niet zo heel erg en zeker niet lang, maar dit is een heel lief klein museumpje. Ze hebben een leuke collectie van le chat noir en verder de geschiedenis van Parijs, waaronder een paar unieke stukken die met Marie-Antoinette te maken hebben. Mooie ingerichte kamers naar die tijd en ook schilderijen. De toegang is gratis. Het museum is bereikbaar via M8 ‘Chemin Vert’ of M1 halte Saint Paul.
De naam is gevallen: Marie Antoinette. Ik heb iets met haar, ik heb me in haar verdiept en ook een paar plekken in Parijs bezocht die met haar te maken hebben, zoals de kathedraal Saint-Denis, waar ze begraven ligt, temidden van generaties en generaties koninklijke familie van Frankrijk. De eerste keer dat ik er was, benam het me echt de adem, zo indrukwekkend, zo mooi! Bereikbaar via M13 halte ‘Basilique de Saint Denis’.
De Sainte Chapelle moet je bezoeken als de zon schijnt. Dan is het er zo prachtig! De zon door de glas-in-loodramen! Een aanrader. Hij ligt op het eilandje in de Seine, M8 halte ‘Cité’.
Om de Marie Antoinette gerelateerde bezienswaardigheden af te sluiten, wil ik de Chapelle Expiatoire aanraden. Een kapel ter ere van haar en haar man, Louis XVI. Ook hier was ik diep onder de indruk. Ik had het geluk er even te kunnen zijn zonder andere toeristen. Je vindt de kapel via M9 Saint Augustin.
Mont Martre en de Sacre Coeur. Eigenlijk onmisbaar bij een tripje naar Parijs. Het is een heel gezellig wijkje, met veel winkeltjes en op de heuvel natuurlijk de prachtige kerk. Je komt er via M2 Anvers.
De begraafplaats Père Lachaise moet je eigenlijk ook gezien hebben. Je vindt het via de gelijknamige halte op de metrolijnen M2 en M3. Er liggen veel beroemdheden begraven, waarvan Jim Morrison één van de bekendste is, maar ook Karel Appel, Yves Montand, Édith Piaf, Marcel Proust, Simone Signoret en Oscar Wilde liggen er begraven. Vooral het graf van Héloise en haar geliefde Abélard is een aanrader. Hun tragische liefde die niet mocht zijn en hoe zij zijn herenigd in de dood.
De Eiffeltoren hoef je niet persé te beklimmen, die kun je ook heel mooi bekijken van een afstandje en dan bij voorkeur als je uitstapt bij halte Bir-Hakeim M6. Daar worden veel foto’s gemaakt van de Eiffeltoren. Een leuk punt om gewoon even te kijken en je Eiffeltoren-sleutelhanger te kopen.
Het is berucht dat iets drinken op een terrasje in Parijs ontzettend duur is. Dat ligt er ook een beetje aan waar in Parijs, uiteraard.
Je kunt dit heel simpel oplossen door wat te drinken en te eten te halen bij een supermarktje, die zitten overal in de stad, en dan lekker in een parkje te gaan zitten om het op te eten en te drinken. Het is wellicht handig wat plastic bestek in je tas te hebben, dan kun je makkelijker een stokbroodje smeren of bijvoorbeeld een yoghurtje scheppen ofzo. Als je wel op een terrasje of in een restaurant koffie gaat drinken: let erop dat wat de Fransen cappuccino noemen, wij dat niet die naam vinden verdienen. Vaak is cappuccino in Frankrijk gewone koffie met wat van die spuitbusslagroom erin. Ik vind dat helemaal niks.
Hotels zijn er in alle prijzen in Parijs, net als overal. Ik ging altijd voor een zo goedkoop mogelijk hotel dichtbij een metrohalte, ik was meestal toch alleen maar op doorreis en was het voor maar één nachtje. Je kwam dan op kamers vijf hoog zonder lift, van die smalle trappen, douches waar het water afliep richting de kamervloer, ramen die uitzicht gaven op binnenterreinen, achterkanten van gebouwen en luchtkokers e.d.
Ik ben dat een beetje afgeleerd, hele goedkope hotels. De laatste keer dat ik in Parijs sliep, betrof het ook weer zo’n hotel. Een paar dagen later bleek ik bedwantsen te hebben opgelopen. Ik ben daar behoorlijk van geschrokken, zeker als je na gaat lezen hoe moeilijk het is deze beestjes te verdelgen. Gelukkig heb ik ze niet mee naar huis genomen. Achteraf bleek dit al het jaar ervoor gemeld te zijn via de recensies op booking.com. Ik kan je dus van harte aanraden om op booking.com de recensies van hotels te lezen en wellicht is het gewoon veiliger om een hotel te boeken die bij een keten hoort.
Last but not least, je hebt een paar grote metrostations die ondergronds een enorm gangenstelsel hebben, met trappetjes. Trap af, gangen door, trap af, gangen, trap op, gangen, trap af en zo door. Met koffer niet zo fijn. Ik mijd deze stations. Je kunt ze op de metrokaart herkennen doordat het geen stip is, maar een ovaal of twee stippen verbonden met elkaar. Vooral Châtelet Les Halles M4 is een beruchte.
Tot zo ver mijn tips voor Parijs. Het is een prachtige stad.