Begin 2018 ben ik een dagje naar het archief in Breukelen geweest, oftewel het Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen om verder onderzoek te doen naar mijn voormoeder Anna Maria Geertruida Kodde, die ik Geertje heb gedoopt.
Allereerst heb ik van een aantal huwelijken in mijn stamboom de huwelijksbijlagen opgevraagd. Meestal bestaan die uit gegevens die je al hebt, maar er zitten ook leuke dingen bij, zoals certificaten van de Nationale Militie, een bewijs voor een man dat hij in militaire dienst was geweest. Daar staan ook uiterlijke kenmerken op en dat is wel heel leuk. Zo is de opa van Geertje een boerenknecht van 1 el, 6 Pm, 3 Dm en St. lang. Heb ik opgezocht, een el is een meter, een psalm 10 cm, een duim 1 centimeter en een streep een millimeter. Voor 1820 zaten er in deze maten per streek ook weer verschillen, maar ik hou dit maar even aan. Hij was dus 163,5 cm, had een langwerpig gezicht met een ronde kin, een spitse neus, een hoog voorhoofd, blond haar en blauwe ogen. Een andere voorvader was 167,5 cm, had een vol gezicht met een laag voorhoofd, bruine ogen, een brede neus en een volle mond met een ronde kin. Ook had hij een vlek op zijn wang als bijzonder kenmerk.
Maargoed, terug naar Geertje. Haar moeder overleed toen zij 6 was, haar vader toen ze 14 was. Ik wil graag weten waar zij geweest is tussen het overlijden van haar vader en haar trouwdag in 1912, een periode van 12 jaar. Op het moment van overlijden van haar vader, waren er nog twee broers en een zus van Geertje in leven. Een zus van 18, een broer van 17, Geertje die 14 was en haar broertje van 11. Ik vond de zus en broertjes in Abcoude-Proostdij, maar geen Geertje. Het blijkt dat er, eigenlijk wel logisch, na het overlijden van de moeder al van alles veranderd is. Vader moest natuurlijk gewoon werken en kon het gezin niet ook nog draaiende houden. De zus ging naar een oudere halfzus van haar moeder, een soort halftante dus en de oudste broer ging naar een halfoom. Het jongste broertje wordt vlak voor het overlijden van de vader ook ingeschreven op het adres van de halfoom. Is hij dan al die tijd toch bij zijn vader gebleven?
De tienjarentabellen maken e.e.a. iets duidelijker. Alle kinderen worden geboren in Vinkeveen, volgens het adres wonen zij naast oma van vaders kant, opa was al overleden. Het gezin vertrekt in 1890 naar Utrecht. Oma overlijdt in 1891. Als de broer en zus in 1892, na het overlijden van hun moeder, bij hun halfoom en -tante komen wonen, staat ook vermeld dat hun laatste woonplaats Utrecht was. Moeder is wel in Abcoude-Proostdij overleden, wellicht werd zij verpleegd bij familie. Ook het jongste broertje heeft als laatste woonplaats Utrecht als hij in 1899, nog voor het overlijden van zijn vader, ook bij zijn halfoom komt te wonen. Wellicht was vader toen te ziek om voor hem te zorgen (had hij wellicht tuberculose?). Ook vader overlijdt overigens in Abcoude-Proostdij, ook bij familie dan wellicht. Geertje heeft, als zij trouwt in 1912, als laatste woonplaats Amsterdam. In Abcoude-Proostdij en ook in Vinkeveen is geen vermelding van haar na 1890. Ik zal dus naar Utrecht moeten om daar de tienjarentabellen in te zien, die zijn helaas alleen van de periode 1900-1910 gedigitaliseerd. Dus dat moeten we dan binnenkort maar gaan doen, want nu wil ik het weten ook: wie ving Geertje op na het overlijden van haar ouders?
Het vervolg van deze zoektocht vind je hier.