Trijntje van Rossum

Ver weg in de stamboom, aan het voorlopige einde van een tak, tref ik de naam Trijntje van Rossum. Er is niet zoveel over haar te vertellen omdat er niet zoveel over haar te vinden is, maar toch vind ik het leuk om een bladzijde aan haar te wijden, omdat ik in de toekomst hoogstwaarschijnlijk kleinkinderen zal krijgen die deze achternaam zullen dragen. Mijn dochter is op 26 mei 2021 getrouwd met een Van Rossum! Ik zou mijn dochter en schoonzoon afraden een eventuele dochter Trijntje te noemen, overigens. 

Zoals gezegd, ik kan niet veel over haar vinden en ik kan haar niet koppelen aan mijn schoonzoon. Trijntje werd geboren rond 1765 in Zwammerdam. Dit zijn eigenlijk alle gegevens die ik van haar heb, vermeld in de huwelijksaktes van haar kinderen. Geen namen van haar ouders, geen doopakte, niets. Ook geen huwelijksakte van haarzelf en doopaktes van haar kinderen. Dat speelde zich allemaal af voor 1811 en dus voordat de burgerlijke stand bestond. 

Als ik zoek op Van Rossum in Zwammerdam vind ik een aantal kinderen van Jan van Rossum, allemaal overlijdensdatums. Er staat verder geen naam bij van een moeder. Dit zou om de vader van Trijntje kunnen gaan, zeker omdat er ook een overleden Trijntje bij is, in 1762, zo’n drie jaar voor de geboorte van onze Trijntje. De andere overledenen zijn Elisabet van Rossum in 1757 en een Lijsje, wat afgeleid is van Elisabet, in 1777. Geen leeftijden van deze meisjes, slechts dat het kinderen zijn van Jan van Rossum. In 1764 wordt nog het overlijden van een ongedoopt kind van Jan van Rossum gemeld, niet of het een jongen of een meisje is, levenloos geboren waarschijnlijk. Je kan hieruit de conclusie trekken dat de moeders van Jan en zijn onbekende vrouw Trijntje en Elisabet geheten hebben.

Trijntje was getrouwd met Coenraad Kalf en ze is op 56-jarige leeftijd overleden op 25 november 1821 in Nederhorst den Berg, van daaruit is haar geboortejaar te herleiden naar ongeveer 1765. Hoe ze vanuit Zwammerdam, dat tussen Bodegraven en Alphen aan den Rijn ligt, in Nederhorst den Berg terecht is gekomen, is onbekend. De afstand is zo’n 35 kilometer en dat is in die tijd best veel. Mensen bleven meestal in hun eigen geboorteplaats of schoven één of twee dorpen op. 

Coenraad en Trijntje kregen vijf kinderen die trouwden. Ik kan uit die periode alleen huwelijksaktes terugvinden, dus het kan zijn dat ze kinderen hadden die nooit getrouwd zijn of kinderen die jong overleden, van hen is geen spoor te vinden op dit moment. De oudste zoon was Johannes, geboren rond 1795 in Nederhorst den Berg. In 1797 volgde Hannes, mijn voorvader, in 1799 Mientje en in 1800 Gijsbartus. In 1806 werd Cornelia geboren. Daar zit zes jaar tussen. Zes jaar waarin van alles gebeurd kan zijn, er kunnen zomaar drie kinderen tussen zitten die zijn overleden of nooit getrouwd zijn.

Van de zoons Johannes en Gijsbartus kan ik geen kinderen vinden. De dochters kregen wel kinderen, Mientje acht en Cornelia vier, maar ze vernoemden hun moeder niet. Dat is hoogst opmerkelijk.

Zoon Hannes, mijn voorvader, kreeg samen met Aaltje, of Aartje, Gijsbertsen Stevens(en) elf kinderen. De eerste was een dochter die Trijntje genoemd werd, geboren in 1822. De oplettende lezer ziet al dat dat kort na het overlijden van onze Trijntje van Rossum is geweest. In 1824 volgde Lammertje, vernoemd naar de andere oma. Lammertje Kalf, het arme kind. Daarna volgde weer een dochter, Jannetje Kornelia en in 1827 weer een dochter die Trijntje genoemd werd. Inderdaad, de eerste Trijntje is in 1826 overleden, vier jaar oud. Dan volgt dochter Gijsje in 1829 en Mina in 1830. Mina overlijdt drie jaar later. In 1831 is daar dochter Koosje en in 1835, als achtste kind, eindelijk een jongen! Hij wordt Hannis genoemd. Een jaar later nog een jongen, Gijsbertus Coenraad en in 1838 een doodgeboren jongetje. In 1840 is er dan nog een dochter, Dorothea Mina, mijn voormoeder! 

Dochter Trijntje Kalf trouwde op 12 mei 1859 in Amsterdam met de biersteker Hendrik Carel Johan Siewers die in Batavia geboren is. Batavia heet tegenwoordig Jakarta. Een biersteker was iemand die bier inkocht van brouwerijen, het vaak mengde om de kwaliteit constant te houden of te verbeteren en het doorverkocht. Ze kregen in ieder geval twee kinderen: Johannes Hendrik, later boekbinder in Amsterdam en Elisabeth Sophia. Kleinkinderen kan ik niet vinden. Wel werd in de huwelijksakten van haar kinderen vermeld dat Trijntje Kalf winkelierster was in Amsterdam. Haar man was overleden en zo verdiende ze dus haar eigen brood.