Ik kom het steeds vaker tegen, opmerkingen als ‘Ben jezelf!’ of ‘Ben geen spelbreker!’ Fout fout fout… Het moet zijn ‘Wees jezelf’ en ‘wees geen spelbreker’. Waarom gebruiken mensen het woord ‘wees’ niet? Durven ze het niet? Vinden ze het zo’n vreemde eend in de bijt dat ze voor het logischere ‘ben’ kiezen? Want ‘ben’, de eerste persoon enkelvoud van het werkwoord ‘zijn’ is de regelmatige vorm die gebruikt zou worden voor de gebiedende wijs.
De gebiedende wijs geeft een gebod aan, een soort commando, een opdracht. Doe dit, laat dat, dat werk. Voor de gebiedende wijs wordt de eerste persoon enkelvoud van een werkwoord gebruikt. Dus ‘ik loop’ zorgt ervoor dat de gebiedende wijs van het werkwoord ‘lopen’ uitmondt in: ‘loop eens door!’ Bij het werkwoord ‘zijn’ is de eerste persoon enkelvoud: ‘ik ben’ en dus gebruiken veel mensen ineens die vervoeging voor de gebiedende wijs: ‘ben geduldig’. Maar ‘zijn’ is geen regelmatig werkwoord en dus gaat deze vlieger niet op.
‘Wees’ is een rare eend in de bijt. Het klinkt misschien onlogisch. Bovendien is ‘wezen’ ook nog een werkwoord, dus klopt het dan wel? Het werkwoord ‘wezen’ is een oud werkwoord dat grotendeels synoniem is aan het werkwoord ‘zijn’. Zo betekenen de zinnen ‘zij mag er zijn’ en ‘zij mag er wezen’ hetzelfde. Maar ze zijn niet helemaal uitwisselbaar. Zo kun je in een zin als ‘ik ben wezen winkelen’, het woord ‘wezen’ niet één op één vervangen door een vervoeging van het werkwoord ‘zijn’. Het woord ‘wezen’ in deze zin zul je ook minder snel gebruiken in schrijftaal, dan wordt het al snel ‘ik ben gaan winkelen’ of iets in die trant.
In het voltooid deelwoord van het werkwoord ‘zijn’ komt ‘wezen’ ook weer terug: Hij is geweest. De werkwoorden zijn in de loop der eeuwen op een bijzondere wijze met elkaar verweven geraakt. Maargoed, om weer even terug te komen op de reden waarom ik dit blog schrijf: ‘ben’ is geen gebiedende wijs! Laat ik het dus niet meer tegenkomen. Durf het woord ‘wees’ te gebruiken, laat je niet van de wijs brengen door de kennelijke onlogica ervan, het is gewoon de enige correcte manier om de gebiedende wijs van het werkwoord ‘zijn’ te gebruiken. Wees correct!
Mooie taalles. Ik ga erop letten of ik het goed gebruik. Dankjewel.
‘Zijn’ is een samenraapsel van drie werkwoorden:
1. Zijn, met in andere talen vormen als ‘sont’ (Frans), sé (IJslands), sein, sunt
2. Wezen, waren (s-r-wisseling, zoals in vriezen – vroor – gevroren) en ‘are’ en ‘är’ (Zweeds), waarbij de w vervalt
3. En dan nog ‘ben’, dat verwant is aan ’to be’.
Er staat een taalfout in je tekst. Effe checken dus.