Al vanaf mijn vroegste jeugd vind ik het leuk om brieven te sturen. Ik had al jong een penvriendin en wat later schreef ik ook met een nichtje. Iedere dag die spanning als je thuis kwam: ‘het is alweer een tijdje geleden dat ik een brief stuurde, er zou vandaag best eens een antwoord kunnen komen’. Heerlijk als er dan een envelop op je lag te wachten! In mijn tienertijd schreef ik in de zomervakanties met mijn vriendinnen, post op de camping! Iedere dag bij de receptie kijken. Daar waren van die vakken met op ieder vak een letter van het alfabet. Was er post? Heerlijk vond ik dat. Schoenendozen vol brieven heb ik nog bewaard.
Toen ik een vervolgopleiding deed, reisde ik met de trein en stond mijn fiets in de fietsenstalling. Een vriendin die een opleiding in een andere stad volgde, had haar fiets daar ook staan. Wij hingen brieven op elkaars fiets en correspondeerden op die manier, een whatsapp-gesprek avant la lettre. Ik heb ze bewaard.
Een brief schrijven is heel fijn. Het werkt als een soort dagboek. Je vertelt iets aan die ander, maar meteen ook analyseer je het voor jezelf. Dat kan heel verhelderend werken. Die dagboeken schreef ik trouwens ook, van mijn twaalfde tot ik ging samenwonen op mijn 19de zo’n beetje. Als ik ze herlees, wat ik zelden doe, reis ik zo terug naar die tijd en dat kan wat verwarring geven als je weer terug moet reizen. Alle gevoelens van lang vervlogen tijden zijn weer actueel. Drie jaar geleden ben ik begonnen met zo’n Q&A boekje, een boekje waar alle dagen van het jaar in staan en bij iedere dag staat een andere vraag. Vijf jaar lang beantwoord je die vraag en dat geeft een mooi document.
Jammer dat de huidige generatie dit nu heel anders doet. Zij kennen het wachten op de brief niet, en de blijdschap als hij arriveert. Zij sturen e-mails en appjes, hun wachten wordt meestal binnen enkele minuten, of zelfs seconden, beloond. En zelf stuur ik ook geen brieven meer. Jammer is dat eigenlijk. Met vrienden mail ik liever dan dat ik app. Een mail lijkt toch meer op een brief, je kunt de tijd nemen om je gedachten te formuleren.
Brieven bewaar je, bijvoorbeeld in een doos. Er zijn genoeg voorbeelden van mensen die in de inboedel van overleden ouders of andere familieleden stapeltjes brieven vinden, correspondentie van toen zij hun latere echtgenoten net kenden, voorzichtige romantische brieven in vergeelde enveloppen met een lint eromheen. Mooie herinneringen die een tijdsbeeld schetsen van hoe dat ging in lang vervlogen tijden.
E-mails bewaar je een tijd en alhoewel ze zeggen dat alles wat op internet staat, nooit helemaal verdwijnt, staan e-mails in je mailbox achter een wachtwoord, veilig opgeborgen voor de buitenwereld. Ook onvindbaar voor je nageslacht. Bovendien is een mail toch nog steeds geen brief.
Jammer is het wel, die ‘vooruitgang’. Die tastbare herinneringen in de vorm van brieven, die verdwijnt straks dus gewoon. Geen stapeltjes brieven in een doos die gevonden worden na een overlijden. Niet, tijdens het opruimen van je eigen huis, een doos vinden en dan meegenomen worden naar de tijden van weleer, weer veranderen in dat meisje van 15 die brieven schreef aan haar vriendin.
Nee, het is niet allemaal vooruitgang wat de computer brengt. Gelukkig zijn er nu deze blogs waarin ik toch heel veel kan vastleggen en uiten!