Petrus Augustinus Smet werd geboren op 8 november 1879 in het Belgische Sint Niklaas. Zijn roepnaam was Piet. Hij was de zoon van Josephus Joannes Smet en Rosalia van Bunder. Rosalia was de tweede vrouw van Josephus Joannes. Ze trouwden in 1877 nadat het jaar ervoor de eerste vrouw van Sjef, zoals waarschijnlijk zijn roepnaam was, op 30-jarige leeftijd was overleden. Er waren uit dat eerste huwelijk al zeven kinderen, geboren in twaalf jaar tijd. Uit het tweede huwelijk volgden nog eens zeven kinderen.
Iets dreef Piet naar Nederland, ik ben er nog niet achter wat dat precies was. Niet de eerste wereldoorlog, want die startte pas in 1914. Feit is dat Piet op 16 mei 1906 in Hilversum trouwde met Cornelia Puijk. Wanneer hij precies naar Nederland kwam? Geen idee. Piet was voddenboer, hij ging met paard en wagen langs de huizen om vodden op te halen, oude kleding, beddengoed en dergelijke. Hij verkocht dit dan door voor de fabricage van papier en poetskatoen. Wellicht haalde hij nog andere ‘vuilnis’ op, om zijn inkomsten te vergroten. Tegenwoordig is de voddenboer overbodig, wij gooien kleding in de kledingcontainer, proberen het nog te verkopen op marktplaats, of geven het af bij een kringloopwinkel.
In zo’n negen jaar tijd kregen Piet en Cornelia vijf kinderen, vier zonen en een dochter die vernoemd werd naar haar Belgische oma, Rosalia. Een bijzonder mooie en opvallende naam tussen Riek, Hannie, Jo, Greet en Annie.
Piet was niet zijn hele leven voddenboer. In 1930, bij het huwelijk van zijn tweede zoon, Cornelis, wordt hij vermeld als gemeentewerkman. Hij bleef de rest van zijn leven in Hilversum wonen, hij overleed er op 24 februari 1956, vijf jaar na zijn vrouw. Piet overleefde zijn twee oudste zonen, die slechts 41 en 34 jaar oud werden. Hij kreeg in totaal 25 kleinkinderen, die allemaal Smet van hun achternaam heetten, zijn dochter kreeg volgens mijn gegevens geen kinderen.
Zo ontstond er een grote groep Smetten in Hilversum, van zijn kleinkinderen waren er veertien jongens. Nog is het zo dat als je iemand met de naam Smet tegenkomt in de omgeving van het Gooi, het, in principe, een afstammeling is van Petrus. Zijn zoon Willem, mijn opa, kreeg vijf zonen die echter bijna allemaal dochters kregen, van de twaalf kinderen die deze vijf zonen kregen, waren er slechts twee jongens. Één daarvan nam de naam aan van zijn stiefvader en de andere woont in Zuid-Afrika. Theo Smet hertrouwde na zijn scheiding en de kinderen van zijn tweede vrouw, een zoon en een dochter, namen de achternaam Smet aan. De kinderen van deze zoon heten dus wel Smet, maar zijn genetisch niet verbonden met Petrus Augustinus Smet.
💯 Dank!