Groepsgedrag en buitensluiting

Ik merk dat ik erg in beweging ben wat betreft innerlijke processen. Dat heeft wellicht te maken met het hebben van een nieuwe relatie. Dat peutert aan alle kanten aan al je systemen, legt dingen onder de microscoop, houdt grote schoonmaak: dit systeem: kan dat niet eens weg? Of in ieder geval een deel ervan?

Zo is er bij mij een heel systeem opgetuigd rondom groepsgedrag. Astrologisch gezien zit dat hem in de stand van mijn Cheiron: de stand van Cheiron in de horoscoop geeft de plek aan waar je gewond bent. Vanuit vorige levens gezien een thema dat je meeneemt naar dit leven. Het idee is dat je gewond of gekwetst bent op dat thema en wat je dus uit moet werken in dit leven. Bij mij staat Cheiron in Ram in het 11de huis. Dat werkt zich bij mij uit in groepssituaties (= 11de huis). Ik zou zijn opgekomen (Ram actie) voor de groep en daarop zijn afgerekend. Eigenlijk, ben ik nu net achter, voelt het meer zo dat de groep zich tegen mij heeft gekeerd. Doordat je zo’n thema in je horoscoop hebt staan, geeft dat veel lading op situaties die hierop lijken.

Het maakt dat ik onbewust altijd scan wat de mening van de groep is. Een groep is alles wat groter is dan één persoon. Ik zal dus nooit zomaar mijn mening geven als ik niet eerst gepeild heb wat de anderen van dit onderwerp vinden. Alles om te voorkomen dat de groep zich tegen mij keert, me uitsluit of, in het ergste geval: uitlacht. Uitlachen vind ik zo’n beetje het ergste. Niet dat ik er veel ervaring mee heb, maar de wond van Cheiron brengt dit met zich mee.

Op de lagere school hadden we niet veel meisjes in de klas en er waren twee sterke setjes van twee meisjes. Ik en mijn vriendin Ingeborg en twee andere meisjes. Wij hielden elkaar wel in evenwicht. Ik denk dat het een keer gebeurd is toen Ingeborg ziek was. In de pauze speelden we buiten en ineens mochten alle meisjes met krullen niet meedoen. Dit werd aangegeven door het andere setje van twee meisjes, die op dat moment dus dominant waren in de groep. Ik was de enige met krullen. Een andere dag mocht iedereen die een pofbroek aanhad, niet meedoen, wederom: alleen ik. Pofbroeken, ja, dit speelde eind jaren 70, de pofbroek was toen in, een wijde broek die onderaan de broekspijpen smaller werd door een koord of elastiek, waardoor het ‘pof’ effect bereikt werd.

Om diezelfde reden had ik nooit vakantievriend(inn)en. Lang heb ik gedacht dat ik te verlegen was, maar het was veel meer ingegeven door angst. Je bent maar drie weken op vakantie, moet je eerst nog geschikte andere kinderen vinden, je daarin verdiepen, meestromen en die constante angst om afgewezen of uitgelachen te worden… Het zorgde ervoor dat ik er helemaal niet aan begon.

Dit soort effecten is het sterkst als je jong bent, naarmate je ouder wordt leer je er op een bepaalde manier wel mee omgaan, maar toch is het nog steeds actief. Ik merk dat ik er meer zicht op aan het krijgen ben en ik wil het ook heel graag afgezwakt hebben. Helemaal weg zal het niet gaan, maar ik kan er wel stappen in zetten en het systeem leren dat je vertrouwen kunt hebben in anderen en dat het niet erg is om anders te zijn dan de groep. Het afwijzen en uitlachen, mocht er sprake van zijn, teruggeven aan de afzender zodat het mij niet kan raken.

(Visited 88 times, 1 visits today)

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *