Er was eens… een klein wit huisje dat in een groot bos stond. Naast het kleine huisje stond een landhuis dat zichzelf een kasteel noemde. Dat kasteel deed dienst als hotel en daar werkten natuurlijk allerlei mensen. In de tuin werkten tuinmannen, in de keuken werkten er koks en bedienend personeel en om de kamers schoon te houden, werkten er kamermeisjes.
Één van de tuinmannen was mijn vader en één van de dienstmeisjes was mijn moeder. Zij hebben elkaar daar in dat ‘kasteel’ leren kennen. Ze wilden trouwen en mochten in ‘het kleine huisje’ wonen dat naast het restaurant stond dat naast ‘het kasteel’ stond. Ze schilderden het en zo werd het een huisje uit een sprookje, zie de foto onderaan. In februari 1971 werd ik er geboren. Het was een klein huisje, met maar één slaapkamer. Mijn ouders hadden een opklapbed en als ik sliep, dan moesten ze natuurlijk stil zijn. Het lag wel heel idyllisch zo middenin het bos, maar mijn ouders hadden geen auto, wel een brommer en daar ging mijn vader overdag mee naar zijn werk toen hij niet meer bij ‘het kasteel’ werkte. Mijn moeder zat dus opgesloten in het bos, met een baby die je niet achterop de fiets kon zetten. Ze liep weleens met de kinderwagen naar de stad, maar dat was een flinke wandeling. Ze waren dan ook blij toen ze twee jaar later in aanmerking kwamen voor een ‘ruime flat’ in het dorp, met wel drie slaapkamers. Dat was natuurlijk een stuk comfortabeler voor ze, maar ik vind het nog altijd erg leuk om te kunnen vertellen dat ik in dit bijzondere huisje in het bos geboren ben, niet in het ziekenhuis, maar gewoon thuis.
Toen ik twintig jaar later ging trouwen, zochten we een locatie om foto’s te maken. In de tuinen van ‘het kasteel’ mocht dat niet zomaar, dat kon alleen als je ook je trouwfeest daar gaf en dat deden we niet, daarvoor was ons budget niet toereikend. Mijn vader belde op naar ‘het kasteel’ en we kregen toestemming er foto’s te maken en zo hebben we ook foto’s gemaakt bij mijn kleine geboortehuisje in het bos. Dat was eigenlijk voor het eerst dat ik bewust zo dicht bij mijn huisje was, ik reed er natuurlijk weleens langs, maar was er nooit echt naartoe gegaan. Het was toen al jaren onbewoond en fungeerde als een opslagplaats voor de tuinmeubels van het restaurant. De foto’s hebben daardoor voor mij een grotere emotionele waarde dan wanneer ze ‘zomaar’ op een mooie locatie waren gemaakt.
Weer twintig jaar later was ik gescheiden en wilde mijn lief laten zien waar ik geboren was. Het kleine huisje in het bos. Eigenlijk was het een treurige bedoening, een gat in het dak, een groot bord van het restaurant dat ernaast ligt stond voor mijn huisje, het viel bijna weg in de beplanting en verkeersborden. Maar het was nog steeds mijn huisje, het huisje waar ik geboren ben.
Laatst reed ik er toevallig langs en zag uit mijn ooghoek… niks! Een lege plek! Nee toch? Ik heb navraag gedaan bij het restaurant en ja, in de derde week van september 2017 is mijn huisje gesloopt… Mijn geboortehuisje is er niet meer, en dat is toch wel een raar gevoel.
meid wat een schattig huisje en wat zonde dat ie is afgebroken. Moest verboden worden vindt je niet??
Zie ik het goed restaurant Vuur?? Daar heb ik in 2018 nog gegeten.
Ik zie dat je bijna net zo oud bent als mijn dochter zij is van 15-10-1970.
Ja, restaurant Vuur, dat klopt! Heette vroeger ‘De Roskam’.