Hun zeggen

Een fout die je de hele dag live om je heen kan horen maken, is het gebruik van ‘hun’ als onderwerp in een zin. “Hun hebben dat niet gedaan”, of “hun zeggen dat dat zo niet moet”. Ik denk dat het momenteel de meest gemaakte spreektaalfout is en dat heel veel mensen zich er niet bewust van zijn. Of het is gewoon dat het mij heel erg opvalt.

Voor de duidelijkheid: in correct Nederlands wordt voor de derde persoon meervoud het woord ‘zij’, of ‘ze’ gebruikt en geen ‘hun’. Hun is een persoonlijk voornaamwoord, dus: ‘zij geven het boek aan hun’, en niet ‘hun geven…’

Dan is er nog de discussie over het gebruik van ‘hun’ en ‘hen’. Dat is een geschiedkundige kwestie en in de tegenwoordige taal kunnen de woorden op de meeste plekken beiden gebruikt worden. Je kunt dus ook zeggen: ‘zij geven het boek aan hen’. ‘Hen’ wordt ook wel gezien als een samenvoeging van ‘aan hun’:

Ik geef de sleutel aan hun

Ik geef hen de sleutel

‘Hen’ wordt niet gebruikt als vervanging voor ‘ze’, dus ‘hen doen dit’  zul je niet horen.

Buiten de hele discussie van ‘hun’ als onderwerp in de zin, is ‘hun’ ook een bezittelijk voornaamwoord. Het is dus ‘hun auto’ en ‘hun huis’.

Als je moeite hebt met het juiste gebruik van ‘hun’, kun je misschien bedenken dat je ‘hun’ niet gebruikt als je er ‘ze’of ‘zij’ voor in de plaats kunt zetten.

Fout is: Hun hebben hun auto aan hun uitgeleend

Goed is: Zij hebben hun auto aan hen uitgeleend

Succes!

(Visited 31 times, 1 visits today)

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *