Ruim honderd jaar geleden, op 19 februari 1918, werd in Nederhorst den Berg mijn oma geboren als Ida de Jong. Haar ouders, Gerardus de Jong en Johanna Spijker waren precies negen maanden daarvoor, op 18 mei 1917 getrouwd en mijn moeder vertelde dat zij en haar zus hun oma daar weleens mee plaagden.
Volgens goed gebruik was Ida vernoemd naar haar oma van vaderskant, Ida Maalderink, die op dat moment 60 jaar oud was. Ida’s moeder was ten tijde van de geboorte van haar eerste kind 29 jaar, dat is tegenwoordig ook ongeveer de gemiddelde leeftijd waarop een vrouw haar eerste kind krijgt. Ik zie dit in het verleden ook veel vaker gebeuren. Het is dus niet persé zo dat vrouwen vroeger veel jonger kinderen kregen.
Ida’s opa van vaders kant leefde ook nog, maar zou anderhalf jaar later overlijden. Aan haar moeders kant leefde haar oma nog, Lijsje Manten, op dat moment 57 jaar oud, zij zou uiteindelijk 87 jaar worden. De opa aan moeders kant, Jan Spijker, was tien jaar voor Ida’s geboorte al overleden, hij werd slechts 50 jaar.
Ida kreeg nog een broertje en twee zusjes, Jan, Lijsje en Johanna. Jan kreeg, als enige zoon in het gezin, een goede opleiding en kreeg een goede baan in de bouw. Hij ging met zijn vrouw in Utrecht wonen. Kinderen kregen zij, tot hun beider verdriet, nooit.
Zus Lijsje, vernoemd naar oma Manten, bleef vrijgezel en heeft haar hele leven voor haar moeder gezorgd, die 94 jaar oud werd. Zij had een hekel aan haar naam en heeft die veranderd naar Loes. De ‘ij’ klank werd in de middeleeuwen uitgesproken als ‘ie’, dus als zij haar naam had veranderd naar Lies, dan was dit taalkundig in feite beter geweest. Zus Johanna kreeg als roepnaam Hannie en over haar heb ik eerder een blog geschreven (zie link onderaan).
Na haar schooltijd ging Ida werken, zij heeft op één van de vele wasserijen gewerkt die Nederhorst den Berg rijk was, maar ze heeft ook in de huishouding gewerkt bij een schoolmeester, een baan die ze overnam van haar jongere zus.
Een goede vriendin, of misschien wel haar beste vriendin, van Ida was Marretje Knip. Marretje trouwde in de zomer van 1942 met Johannes Matthezing. Marretje, of Mar, was toen al erg ziek, ze had kanker. Toch wilde ze nog erg graag trouwen. Op 29 maart 1943, om 8 uur ’s avonds overleed zij aan deze vreselijke ziekte, 25 jaar oud.
Hoe het precies gekomen is, daar is nooit heel veel over gezegd, maar in 1944 trouwde Marretje’s vriendin Ida met Johannes, of Joop, Matthezing. Ik vind dit wel een fascinerend gegeven en ik vind het wel jammer dat ik het verhaal niet in geuren en kleuren ken.
In augustus 1945 werd hun eerste dochter geboren, Margaretha, vernoemd naar de oma van vaders kant en twee jaar later volgde in juni 1947 Johanna, vernoemd naar oma van moeders kant. Johanna, of Joke, is mijn moeder.
Ida verzorgde het huishouden zoals dat ging in die tijd. Haar moeder en haar twee jongere zusjes die nooit trouwden en bij hun moeder bleven wonen, woonden om de hoek. Op maandag was het wasdag en de was werd gezamenlijk gedaan bij Ida’s moeder, ketels op het vuur, een pannetje stijfsel enzovoorts. Mijn moeder vond maandag altijd een vervelende dag. Als ze uit school kwam, was het koud in huis, de asla van de kachel was nog niet geleegd en haar moeder was nog met de was bezig bij haar oma verderop.
Specifieke kenmerken in haar karakter zijn niet zo duidelijk . Ze was een rustige vrouw die wat op de achtergrond was. Geen uitgesproken type. Bijzonder aan haar was wel dat ze twee verschillende kleuren ogen had, een groene en een bruine.
Ida werd ziek toen ze rond de 45 jaar oud was. Ze had een moedervlek op haar schouder. De dokter probeerde hem af te binden met een touwtje en zo werd er nog een tijd doorgerommeld, terwijl het melanoom, want dat was het, gewoon door kon woekeren en uit kon monden in botkanker. Haar 48ste verjaardag heeft ze nog gehaald, al lag ze toen al in coma en op 6 maart 1966 overleed ze thuis, in het bijzijn van haar man en dochters, die 19 en 21 jaar oud waren en ook haar aanstaande schoonzoon, mijn oom, woonde in die tijd bij hun in huis, hij kwam uit het verre Leeuwarden. Een half jaar later zou haar oudste dochter met deze Leeuwardenaar trouwen en in het ouderlijk huis blijven wonen. Mijn opa verhuisde op den duur naar het huis van zijn nieuwe partner. Zo woonde mijn moeder ineens bij haar zus en diens gezin in huis, mijn neef was begin 1968 geboren. Geen ideale situatie. Mijn moeder heeft toen een baan genomen in een hotel als kamermeisje en ze kon in het hotel ook op kamers wonen, zoals veel meer personeelsleden dat deden.
Ida zou nu dus 100 jaar zijn geworden, maar ze is al bijna 52 jaar dood. Gelukkig is ze niet vergeten! Ik vind het wel heel jammer dat ze geen oma heeft mogen zijn, ze heeft vier kleinkinderen gekregen. Wat zou ze dat leuk gevonden hebben en wat zouden wij veel van haar gehouden hebben en van haar genoten hebben. Ik ben vijf jaar na haar overlijden geboren, begin jaren 70, toen vernoemen niet meer ‘verplicht’ was, maar nog wel vaak werd gedaan. Overleden grootouders gingen voor bij het vernoemen en ik had dus eigenlijk Ida moeten heten. Mijn moeder vond dat wat te heftig, zo relatief kort na het overlijden van haar moeder en heeft nog wel nagedacht over Linda, waar alle letters in de juiste volgorde in zitten, maar uiteindelijk is het Marjolein geworden, waar ik erg tevereden over ben. Toch is het jammer, want hoeveel verder je terugzoekt in de stamboom, je blijft de naam Ida, en langer geleden zelfs Yda, tegenkomen. Het was in die tijd best een opvallende naam tussen alle Johanna’s, Cornelia’s en Antonia’s.
Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik me besef hoeveel gevolgen het heeft als iemand zo jong overlijdt. Alle mensen die ze niet heeft leren kennen, maar die wel directe familie van haar zijn. En het feit dat wij als kleinkinderen een oma hebben gemist, dat ze nooit van mijn bestaan heeft geweten. Ze heeft haar eigen dochters niet zien trouwen. Zij hebben niet die volwassen band met hun moeder gehad die zo bijzonder is, of kan zijn, als je zelf ouder wordt (zowel in jaren als ook ‘ouder’ in de veranderde rol die je krijgt als je zelf moeder wordt).
Hoe anders was alles geweest als we vandaag de 100ste verjaardag hadden kunnen vieren van mijn oma? Hoeveel verhalen en herinneringen hadden we dan met haar gedeeld?
Lieve oma Ida, je bent niet vergeten en ook al heb ik je nooit gekend, je bent me dierbaar.