Genealogie brengt voorouders tot leven

Jaren geleden alweer heb ik een voorzichtige start gemaakt met het in kaart brengen van mijn voorouders. Ik vond het een heerlijk tijdverdrijf. De ontroering bij de eerste ‘grote’ vondst: de trouwakte van mijn overgrootouders! Mijn overgrootmoeder had ik nog gekend en om dan ineens zo’n papier in handen te hebben waar op stond dat ze getrouwd waren, met de namen van hun ouders erbij… Die stokoude oma die, dement en in de 90, overleed toen ik 11 was, had ook een trouwdag gehad! Zij was ook 19 jaar oud geweest en trouwde met de man waar ze van hield. De toekomst lag voor haar open en was nog onzeker. En hier sta ik, aan de andere kant van die toekomst, heel veel details zijn mij onbekend gebleven, maar de wapenfeiten van haar leven heb ik onder elkaar op papier staan, aangevuld met verhalen van mijn moeder. Vier kinderen kreeg ze, eerst een zoon en daarna drie dochters. Tussen het tweede en derde kind kreeg ze een miskraam, dat weet ik van mijn moeder en dat verklaart misschien het gat van vier jaar dat er tussen die kinderen zit. Het zal geen voldragen kindje zijn geweest, anders had ik daar wel sporen van gevonden.

Zoals ik die wel vond van het kindje van een zus van mijn opa. Mijn moeder vertelde weleens het verhaal dat haar tante zwanger was geweest, maar dat ze geschrokken zou zijn van een bouvier en dat daarom het kind veel te vroeg geboren was en bedekt was met donker haar, dat kwam door die bouvier. Zo verklaarden de mensen dit soort dingen in die tijd. Toch wel bizar als je dan ineens een geboorteakte vindt van een doodgeboren kind bij die tante… Ineens is zo’n familieverhaal dan heel tastbaar, dit was het bouvier-kindje… Mijn moeder wist niet precies in welke tijd dit speelde en nu kon ik haar vertellen dat het bouvier-kindje drie maanden na mijn moeders geboorte ter wereld was gekomen. Mijn oma en haar schoonzus waren dus gelijktijdig zwanger geweest.

Schrijnend zijn de moeders die heel jong overlijden aan mijn vaders kant van de familie, generatie op generatie gebeurde dat. Als laatste mijn oma’s moeder, toen mijn oma vier jaar oud was, in 1921, 35 jaar oud, in het kraambed twee weken na de geboorte van haar achtste kind. Mijn oma was een beschadigde vrouw en dat vindt zijn oorsprong ongetwijfeld voor een behoorlijk deel in de gebeurtenis van het overlijden van haar moeder.

Haar moeder was ook jong overleden, op 36-jarige leeftijd, na 12 kinderen. Waarschijnlijk een andere oorzaak, ik denk een epidemie of iets dergelijks, aangezien, buiten de moeder, in een jaar tijd vier kinderen (van de 12) overlijden.

Er zijn zoveel kinderen in de 19de eeuw en begin 20ste eeuw die niet oud werden of dood geboren werden. Wat een verdriet moet er zijn geweest! Er werd niet, of in ieder geval veel minder, over gepraat dan nu, omdat het er meer ‘bij hoorde’, het vaker voorkwam, maar ik kan me niet voorstellen dat die moeders (en vaders) er niet ook heel veel verdriet van hebben gehad. Al die kinderen, die nooit volwassen werden, die zelf nooit kinderen kregen en dus niet meer in een stamboom staan. Ik vind het wel iets moois hebben dat ik hun namen opschrijf, met hun geboortedatum, dat ze op die manier tussen hun broertjes en zusjes staan. Dat ik even bij ze stilsta, bij hun bestaan, bij het verdriet dat er is geweest omdat ze niet, of maar zo kort, deel mochten uitmaken van het gezin. Hun naam drijft op die manier even naar de oppervlakte, in het licht van de zon, ze worden voor even weer gezien en zijn dus niet vergeten. Ook zij hebben bestaan.

(Visited 61 times, 1 visits today)

Eén reactie

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *