In de jaren 70 was het heel hip om een aquarium te hebben. Wij hadden er thuis ook één. Daarna heb ik er nooit interesse in gehad. Tot mijn jongste in de kleuterklas zat en iemand ‘de guppy’s mocht hebben. Konden wij die niet nemen? Ach ja, een paar van die visjes in een bak, waarom eigenlijk niet? Eenmaal ‘ja’ gezegd hebbende bleken de vissen al aan een ander kind te zijn vergeven. Nou ja, dan maar een paar kopen. Op naar de dierenwinkel, een plastic open aquariumbakje gekocht, wat plantjes, wat guppy’s en vissenvoer, klaar. Toch? Niet dus.
Vissen zijn nog verrassend bewerkelijk. Ten eerste bleek dat de bak in de vensterbank zonder verwarming veel te koud stond, het was oktober en guppy’s mogen niet kouder worden dan 17°C, anders gaat hun zwemblaas kapot. Dat was met één gebeurd, die zwom niet meer horizontaal, maar verticaal. Toch maar een klein aquariumpje gekocht met verwarming. Je wordt binnen no time een halve dierenarts, guppy’s zijn gevoelig voor stip, ze krijgen witte stippen, dat is een ziekte, heb je weer speciaal spul voor dat het water blauw of rood kleurt. Veel vissen gaan eraan dood, zeker als je het te laat door hebt. Dan zijn er algen en slakken, zweefalg dat je aquarium verandert in een soort erwtensoep. Dan moet het licht uit, liefst het aquarium een paar dagen bedekken onder een handdoek en daarna dus beperkt het licht aan, niet hele dagen. Als de populatie vissen wat slinkt of je wil wat nieuwe kleurtjes toevoegen, kom je erachter dat veel vissen ziektes met zich meedragen. Vaak overleven de nieuwe vissen die je koopt in de dierenwinkel, maar gaan al je bestaande vissen gewoon dood. Guppy’s krijgen ook om de haverklap jonkies, die ze zelf ook net zo makkelijk weer opeten.
Ik vond het leuk om deze jonkies groot te zien worden en al gauw kwam er een groot 50 liter aquarium bij waar de volwassen vissen in kwamen en de jonkies schepte ik er dan uit als ze geboren werden en plaatste ik in het kleine aquariumpje. Zo werden ze niet door hun ouders opgegeten. Ik heb heel wat uren doorgebracht zo voor het aquarium, ik vond het heel rustgevend ernaar te kijken. In het begin haalde ik iedere week een volle emmer water uit het aquarium om het weer te vullen met een emmer schoon water. Ik had ook een soort grondstofzuiger die de uitwerpselen tussen het grind vandaan zoog. Na verloop van jaren kwam daar de klad wat in, maar eigenlijk had ik later veel minder ziektes in het aquarium dan in de tijd dat ik nog fanatiek schoonmaakte.
Uiteindelijk heb ik eerste het kleine aquarium opgedoekt en later wilde ik ook van het grote af. Een advertentie op marktplaats was zo gezet. Er kwam een bod op, iemand die het wilde overnemen compleet met toebehoren, voer en visjes. Ik heb de visjes in een klein bakje gedaan en het water eruit gehaald. Een mevrouw uit een naburig dorp kwam hem ophalen. Toen ik vroeg waar haar auto stond, zei ze: “nee, ik ben op de fiets!” De grootte van het aquarium viel haar wel wat tegen. Ze had handdoeken meegenomen en een ‘spin’ om hem op haar bagagedrager vast te zetten. Dit bleef natuurlijk niet goed zitten en ze moest naast haar fiets lopen om te voorkomen dat het aquarium op de grond viel. De toebehoren gingen in de fietstassen. Ik ben niet blijven kijken hoe ze de straat uit kwam, laat staan hoe ze moet zijn thuisgekomen met dat grote aquarium en die fiets. Het zal voor altijd een raadsel blijven, maar ik denk er af en toe nog wel aan: hoe zou het zijn afgelopen?