Verlegenheid = onzekerheid, maar andersom?

Als kind was ik vreselijk verlegen. Niet een klein beetje, maar echt heel erg. Ik durfde mijzelf niet te laten zien aan mensen waar ik me niet 100% bij op mijn gemak voelde. Stel je voor wat ze over me zouden kunnen zeggen? Wat ze van me zouden kunnen denken? Dat gevoel zat er achter. Door hoe ik me neerzette door die verlegenheid wist ik heus wel dat ik als saai en suf werd gezien en hoorde ik er dus meestal niet bij. Ik bungelde onderaan in de rangorde die een schoolklas is. Nooit hoorde ik bij de populaire meisjes. Die meisjes die brutaal waren, vooraan stonden, hun hoofd omhoog, uitdagend naar jongens en leraren, die spontaan waren. Ik vind dat echt een jaren 80 woord: spontaan. Dat was zo’n beetje het beste dat je kon zijn in die tijd: wat een leuke spontane meid! Nou, spontaan was het laatste dat ik was.

Ik was heus weleens verliefd, ik kon heel langdurig verliefd zijn. Maar of ik dat aan zo’n jongen liet merken? Ik ging nog liever dood! Stel je voor dat hij niet ‘op mij’ was! Die kans was sowieso heel klein, dacht ik, dus ik zweeg en ondernam niks.

Op mijn 17de moest ik een zaterdagbaantje. Ik kwam bij Blokker terecht en werd meteen achter de kassa gezet. Tja, en dan moet je dus met mensen praten, vreemde mensen. Dat heeft me veel goed gedaan. Ik voelde me veilig en zeker achter die kassa. Ook met jongens ging het iets beter, ik zoende voor het eerst met een jongen op vakantie op Kreta en kort daarna kreeg ik verkering met mijn latere echtgenoot. De verlegenheid nam langzaam af, zat me minder in de weg naarmate ik meer rollen kreeg waar ik me aan vast kon houden: leuke kantoorbaan, huwelijk, leuk huis, kinderen. Toch bleef ik altijd op een bepaalde manier opkijken tegen de populaire meiden, ook later in mijn werk, van die meisjes/vrouwen (en natuurlijk ook mannen, maar daar identificeerde ik me minder mee) die alles durfden te zeggen, die vrolijk waren, onbezorgd genoten van het leven, zich konden laten gaan. Hen maakte het ogenschijnlijk niks uit wat anderen van ze zouden denken.

In de loop der jaren is er een boel gebeurd met mijn verlegenheid en onzekerheid. Ik voel me zekerder, dat wel, maar verlegen zal ik altijd wel een beetje blijven. Vroeger dacht ik dat onzekerheid en verlegen synoniemen van elkaar waren en dus waren al die populaire meiden in mijn ogen heel erg zeker van zichzelf. In de loop der jaren heb ik wel gezien en geleerd dat dat niet zo is. Ook die brutale meiden, die spontane meiden, konden heel erg onzeker zijn. En uit onzekerheid overschreeuwden zij zichzelf. Dat is iets wat ik nooit zou kunnen, maar ik heb gezien dat het wel kan. Waar ik mijn kwetsbaarheid verborg achter een masker van onzichtbaar proberen te zijn, deden anderen dat door een rol te gaan spelen, door zich voor te doen als groot en stoer. Misschien om anderen af te schrikken waardoor die niet bij hun onzekerheid konden komen.

Je ziet dat katten ook doen als ze zich aangevallen voelen: dan maken ze zich heel groot, gaan ze overdwars lopen zodat je ook hun zijkant ziet en zetten ze hun rugharen op waardoor ze hoger en groter lijken. Maar er zijn ook katten die plat op hun buik snel onder een bed kruipen. Onzekerheid is er in allerlei soorten en maten.

(Visited 25 times, 1 visits today)

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *