Dinsdag. Vandaag trekken we weer verder, van Hella naar Laugarvatn. In de planning staan Gjain, de elfenvallei die mijn kennis Christel heeft beschreven, Faxifoss, Gollfuss en Geysir. Daarna verblijven we in het farmhotel Efstidalur. Eerst naar Gjain. Het ligt een stuk uit de richting en de laatste zeven kilometer gaan over een weg van wat mindere kwaliteit, maar we hebben een 4×4, dus we gaan het zien.
Het is rustig op de weg naar Gjain, en alhoewel het niet heel hard gevroren heeft, is het water hier en daar toch al voorzien van een ijslaagje. Het landschap is bijzonder, we rijden langs een rivier en aan de overkant doemt een witte berg op, sneeuw! Na een kilometer of dertig is daar de gravelweg, alleen toegankelijk voor 4×4 auto’s. Ik vind het best spannend. De weg is enorm hobbelig, harder dan een kilometer of 15 kun je echt niet rijden, er zijn een paar flinke plassen die licht bevroren zijn. Gewend om in een ‘gewone’ auto te rijden is het al best spannend zo’n plas in te rijden. Dan volgt er een helling, niet eens zo hoog, maar wel heel steil en vol grote kuilen. Mijn dochter hobbelt de berg op, ze doet het perfect, maar bovenaan de helling staan we even stil. Zij vindt het niks en ik eigenlijk ook niet. We zijn niet zulke helden op de weg, en dan is zij nog wat stoerder dan ik. De auto zal het wel aankunnen, maar wij vinden het gewoon eng. De weg is nog vijf kilometer. Is dit het spannendste punt of komen er nog veel moeilijkere obstakels? We besluiten dat dit het niet waard is en keren om. Dan maar geen elfenvallei. We rijden het hele stuk dus weer terug, genietend van het landschap en arriveren dan bij Faxifoss. Deze waterval is schitterend, ligt prachtig op de route van de bussen vol toeristen die de golden circle worden rondgesleept, maar bij deze waterval stoppen ze niet. Het is er dus superrustig en in een soort keet is er een restaurantje waar we een kopje thee nemen. Het waait vandaag enorm en dat maakt het erg koud.We rijden door naar Geysir, de beroemde geiser, die Strokkur heet en iedere acht minuten ofzo uitbarst. Een prachtig gezicht. Het water komt hier op diverse punten met 80 tot 100 graden uit de grond! Daarna rijden we door naar Gollfuss, een mega grote waterval. Je hoort hem op de parkeerplaats boven op de berg al brullen! Heel indrukwekkend hoe groot hij is! (Let op de mensen op de inham aan de linkerkant!) De damp die van het water af komt en tegen de berghelling aan slaat, is daar bevroren. De wind waait er zo hard en koud dat het in je hoofd snijdt, maar wat indrukwekkend! Als we teruglopen komt ons een groep Engelse jongeren van tegen de twintig jaar tegemoet, één van de jongens loopt in een korte broek. Ik vraag me af hoe hij zich straks gaat voelen in die snijdende wind.
We rijden verder naar onze verblijfplaats voor de nacht: Efstidalur, een boerderij die nu wordt gerund door de zevende generatie. Ze hebben het slim aangepakt, ze verhuren kamers, hebben koeien, maken hun eigen skyr en serveren vlees van eigen koeien. Andere producten die ze gebruiken, komen van hun directe buren en het water komt van de heuvels achter de boerderij. Beneden is een café waar je kunt zitten en door het raam de koeienstal in kijkt. Je kunt er ook ijs kopen dat gemaakt is van de melk van de eigen koeien. Boven in het restaurant zit ook een raam waardoor je in de stallen kijkt. De kamer is wat tochtig en gehorig, maar we slapen er prima en ook het delen van de badkamer met vier andere kamers valt mee: op het tijdstip dat wij willen douchen, is hij vrij en ook het toilet heb ik niet bezet aangetroffen.