Er rouleren een aantal blogs over spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen en dat heeft me geïnspireerd. Ik vind het jammer dat er steeds minder spreekwoorden en gezegden worden gebruikt in het dagelijks leven. Zelfs mijn talige dochter (die ooit een paar maanden voor docent Nederlands heeft gestudeerd) kent veel uitdrukkingen niet.
Er zijn, naast de bekende spreekwoorden, ontzettend veel gezegdes en uitdrukkingen die vaak streekgebonden zijn of zelfs familiegebonden. Ik kwam al de uitdrukking: ‘als dikke stront door een trechter’ tegen. Ik ken die in een variatie van een collega van mij: ‘als dikke stront door een trechter met tegenwind’.
Mijn moeder had nog weleens uitdrukkingen waar ik mee opgegroeid ben, maar die mijn kinderen de wenkbrauwen doen fronsen. ‘Omataal’, noemen ze dat. Zo zei mijn moeder eens: ‘ik ben helemaal in mijn knollentuin’. Mijn dochters lagen helemaal dubbel, daar hadden ze nog nooit van gehoord! Het betekent dat je het heel erg naar je zin hebt.
Vaak is het ook zo dat kindertaal uitmondt in een uitdrukking die nog lang gebruikt wordt. Mijn zoon noemde, toen hij klein was, krokussen ‘kreukels’ en narcissen ‘ananassen’. De ananassen zijn wat weggezakt, maar als ik in het voorjaar krokussen zie, denk ik nog altijd aan de ‘kreukels’ van weleer.
Ik had collega’s die als scheldwoord nog weleens ‘paardenjong’ gebruikten, als nette versie voor het grovere paardenl**. Ik dacht toen: paardenjong, dat is een veulentje, dus is een grof scheldwoord nu verbasterd naar een liefelijk veulentje. Zo kan het gaan.
In de loop der jaren heb ik ook ervaren dat al die gezegden die men gebruikt, gewoon waar zijn. Een tand door je lip bijvoorbeeld, die gaat echt helemaal door je lip. Dat heb ik tot twee keer toe gezien bij mijn kinderen toen ze klein waren. Ook kun je echt pijn in je hart krijgen van verdriet, maar je kunt ook echt pijn in je kaken krijgen van het lachen. En, om te eindigen met een ‘luchtige’: een scheet kan echt dwars zitten. Tot buikpijn aan toe.