Kinderziekte de Bof

De bof, een kinderziekte die ik in mijn jeugd gewoon heb doorgemaakt, zoals al mijn generatiegenootjes. De bof (parotitis epidemica) is een virale kinderziekte die door lucht of via speeksel wordt overgedragen. Hij heeft een incubatietijd van 14 tot 21 dagen. Er zijn kinderen die geen enkel symptoom ervaren, maar wel besmettelijk zijn voor anderen. De ziekte uit zich meestal door een zwelling van de grote speekselklier waardoor de wangen behoorlijk kunnen opzwellen. Slikken is pijnlijk. De duur van de klachten is één tot twee weken.

De bof komt in ons klimaat het meest voor aan het einde van de winter en in het voorjaar. Als er niet gevaccineerd wordt, krijgen kinderen het normaal gesproken op de leeftijd van vijf tot negen jaar. Kinderen onder de twaalf maanden krijgen het eigenlijk nooit, dankzij de antilichamen die zij via hun moeder hebben ontvangen.

In een klein aantal gevallen kan de bof leiden tot complicaties als hersenvliesontsteking. Dit is in 0,4 tot 1% van de ziektegevallen het geval, meestal verloopt ook deze complicatie gunstig. Andere complicaties als ontsteking van de eileider, testikel of de alvleesklier zijn, evenals doofheid en blindheid, uiterst zeldzaam.

Wanneer je de ziekte na je kindertijd krijgt, is de kans op complicaties vele malen groter. Een kwart van de mannen die de ziekte na de puberteit krijgt, krijgt last van teelbalontsteking en bij één op de zes patiënten raken beide zaadleiders ontstoken. Hierdoor kan in een enkel geval onvruchtbaarheid ontstaan.

In 1987 werd het BMR-vaccin geïntroduceerd, dit combinatievaccin bevat vaccins tegen bof, mazelen en rodehond. Je bouwt bij het doormaken van de ziekte een betere immuniteit op dan wanneer je ertegen bent gevaccineerd. Gevaccineerden kunnen de ziekte dus alsnog doormaken als er een uitbraak is. Meestal is dat dan wel in een lichtere vorm.

Op het moment is er een uitbraak van de bof onder studenten in Utrecht. De ziekte op deze leeftijd doormaken is risicovoller dan wanneer je het als kind krijgt. Bekend is dat je, ook als je gevaccineerd bent, de ziekte nog gewoon kunt krijgen, al zul je dan een mildere vorm doormaken. Is vaccineren slim in dit geval? Ja en nee. Een deel van de kinderen zal de ziekte niet krijgen, ook als er niemand gevaccineerd is. Die personen lopen kans het op oudere leeftijd te krijgen en lopen dan dus risico op zwaardere complicaties. In dat geval zou je dus zeggen: ja, vaccineren is beter, want, als je het dan later nog een keer krijgt, is het verloop milder. Als je niet vaccineert, krijgen de meeste kinderen het op jonge leeftijd, waarop complicaties heel zeldzaam zijn. Deze kinderen zijn voor hun leven immuun voor de ziekte, iets wat je niet bereikt met vaccineren.

Zou het dus niet beter zijn om kinderen die de ziekte niet doorlopen hebben in hun jeugd, een vaccinatie aan te bieden op, bijvoorbeeld, 15-jarige leeftijd? En dan met name de jongens. Kinderen die de ziekte zonder symptomen hebben doorgemaakt, weten niet of ze het gehad hebben. Zij kunnen wellicht via bloedonderzoek getest worden of zelf voor de zekerheid kiezen voor vaccinatie. Hierdoor hoeven minder vaccinaties gegeven te worden en krijg je dus minder hulpstoffen binnen. Bovendien is een groot deel van de bevolking op deze manier levenslang immuun voor de ziekte.

(Visited 94 times, 1 visits today)

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *